Luister naar je lichaam
Je lichaam is je belangrijkste instrument in het leven. Als je je over het algemeen gezond voelt, is het lichaam een vanzelfsprekendheid. Pas als er iets aan scheelt merk je het op en ga je misschien naar de dokter of de fysiotherapeut, zodat die het weer beter kan maken. Of zodat die je kan vertellen hoe je het zelf beter kunt maken. Dan heb je al zoveel last van je klachten dat je er vanaf wil. Waarschijnlijk heeft je lichaam al eerder aangegeven dat het niet zo lekker gaat, maar heb je dat niet gevoeld of doelbewust genegeerd. Door je beter bewust te worden van je lichaam en wat het te vertellen heeft, kun je in veel gevallen voorkomen dat je naar de fysio of de dokter moet.
Onbewuste patronen
Als je beter naar je lichaam luistert kun je vaak voorkomen dat je écht klachten krijgt. Wij zijn in onze cultuur echter vaak verleerd te luisteren naar ons lichaam. We worden vooral gestuurd door ons hoofd en ons onderbewuste. Daardoor hebben we allerlei gedragspatronen en routines ontwikkeld en aangeleerd. Dat is aan de ene kant fijn, want dan hoeven we niet elke dag meer na te denken over hoe we de dag moeten beginnen, hoe we auto moeten rijden of boodschappen moeten doen. Aan de andere kant hebben we daardoor een groot aantal patronen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die minder goed zijn voor onze gezondheid. Deze patronen zijn onbewust ontstaan toen we nog heel klein waren en voor alles afhankelijk van onze ouders. Bijvoorbeeld een patroon van heel goed je best doen (zodat je ouders trots op je zouden zijn of in ieder geval niet boos). Of een patroon van weglopen van conflictsituaties (om de spanning daarvan niet te hoeven voelen). Of een patroon van de schuld bij jezelf te leggen (zodat je er in ieder geval zelf iets aan kunt doen dat je ouders boos op je zijn). Deze patronen zijn ontstaan om ons toen we klein en afhankelijk waren te laten geloven dat we van onze ouders zouden krijgen wat we nodig hadden om te overleven (liefde, steun, respect, waardering, aandacht, maar ook veiligheid, eten, drinken en een warm bed) als dat niet het geval was. Dat is ons allemaal overkomen, want al heb je de beste ouders van de wereld, zelfs die waren niet in staat om altijd op elk moment in je behoefte te voorzien toen je klein was. Hoe goed ons die patronen geholpen hebben om niet te hoeven beseffen dat we niet altijd kregen wat we nodig hadden, zo problematisch worden deze patronen als we volwassen zijn.
Het blijven najagen van oude, onvervulde behoeften
De paar voorbeelden van patronen hierboven, zijn dus ontstaan toen we klein en afhankelijk waren. Maar als we volwassen zijn, zijn we zo vergroeid met deze patronen dat we ze niet of nauwelijks meer opmerken. Of we zien ze wel, maar zijn er dan van overtuigd dat het bij ons karakter hoort, dat we nu eenmaal zo in elkaar zitten. Wat we in feite dan steeds doen wanneer we in deze patronen terecht komen, is proberen alsnog een behoefte te vervullen van heel vroeger. Bijvoorbeeld waardering, respect of steun krijgen, spanning ontwijken, of afwijzing voorkomen. Allemaal thema's die wezenlijk zijn voor een afhankelijk kind, maar voor een volwassene niet meer. Je bent namelijk niet meer afhankelijk van anderen om in leven te blijven, maar vaak voelt het nog wel zo. Alsof je geen keuze hebt, alsof je dingen móet doen (anders wil je vriendin je nooit meer zien of ontslaat je baas je). Die lading die erop zit heeft te maken met de ervaringen uit je jeugd. Je kunt daardoor de werkelijkheid niet meer nuchter waarnemen. Zonder dat je je ervan bewust bent projecteer je een oude waarheid op het hier en nu.
Het slechte nieuws is: we kunnen onze oude onvervulde behoeften niet meer vervullen. Het goede nieuws is dat dit ook niet meer nodig is. Het is jammer als we geen steun, waardering of respect krijgen (in onze perceptie), maar het is geen kwestie van leven of dood meer als we voor onszelf kunnen zorgen (financieel, emotioneel en fysiek).En daarbij zijn er misschien wel andere mogelijke oplossingen, die we waarschijnlijk niet zien zolang we in ons patroon gevangen zitten. Door onze onbewuste patronen te doorbreken, kunnen we onszelf een heleboel spanning besparen. We kunnen keuzes maken die beter zijn afgestemd op onszelf en ons meer en meer openstellen voor de mensen om ons heen.
Het lichaam als instrument
De vraag is dan hoe je deze patronen kan doorbreken. Om ze te kunnen doorbreken is het in de eerste plaats noodzakelijk om ze te gaan herkennen. En daarbij is het lichaam je belangrijkste instrument. Nu zijn ons hoofd en onderbewuste natuurlijk een onderdeel van ons lichaam. Als je beter naar je lichaam wil gaan luisteren is het juist van belang jezelf te oefenen om 'uit je hoofd' te gaan, en te voelen wat er in je lichaam te voelen is. Je lichaam geeft namelijk door middel van spanning in je spieren of gevoelens in je buik aan, hoe je je eigenlijk voelt. Je kunt jezelf trainen om je steeds bewuster te worden van lichamelijke gewaarwordingen, en de gevoelens en emoties die daarbij horen. Zo kun je gaan ontdekken dat als je met opgetrokken schouders ineengezakt achter je computer zit, je wellicht in je patroon zit van 'als ik maar snel doorwerk, krijg ik mijn werk op tijd af en wordt mijn baas niet boos'. Dan kun je bijvoorbeeld even achterover gaan leunen en voelen of het echt wel zo urgent is. En of het het waard is om daarvoor last van je nek en schouders te krijgen, of dat je wellicht hulp in kunt schakelen van een collega, of om uitstel kunt vragen. Je word je er eerder van bewust dat je in een patroon verwikkeld bent waarmee je onbewust najaagt een oude behoefte te vervullen en stelt jezelf in staat om ook op andere manieren naar de situatie te gaan kijken.
Hoe pak ik dit aan?
Er zijn veel verschillende manieren om je te trainen meer bewustzijn op je lichaam te krijgen. Manieren om met je lichaamsbewustzijn aan de slag te gaan zijn bijvoorbeeld meditatie, Pilates of zelfobservatie. Zie voor een nadere toelichting op deze onderwerpen de aan deze special toegevoegde artikelen.